De KOR in de BTW: klein maar fijn
29 oktober 2013De Wet op de omzetbelasting kent een regeling voor ‘kleine ondernemers’, de KOR. Die KOR biedt ondernemers van vlees en bloed een belastingvermindering van maximaal € 1.345, een ontheffing van administratieve en factureringsverplichtingen én het doen van BTW-aangiften.
De KOR is hot. De hype rondom particulieren met zonnepanelen is daar debet aan. BelastingBelangen heeft daar al meerdere malen over bericht: zie ook elders in dit nummer Met zonnepanelen bent u particulier BTW-ondernemer. Die particulieren willen de KOR benutten om te voorkomen dat zij omzetbelasting moeten afdragen over de leveranties van energie aan het netwerk. Reden genoeg voor een exposé over het wat en hoe van de KOR.
Wie komt in aanmerking voor de KOR

De KOR is niet van toepassing voor:
- | verhuurders van onroerende zaken die geopteerd hebben voor BTW-belaste verhuur; |
- | een ondernemer / landbouwer die op eigen verzoek in de heffing van BTW is betrokken; |
- | ondernemers die niet in Nederland wonen, of niet over een vaste inrichting – een bedrijfsvestiging – in Nederland beschikken; |
- | rechtspersonen, zoals NV, BV, vereniging of stichting. Is de vennootschap nog ‘in oprichting’ dan kan wél gebruik worden gemaakt van de KOR. De eenmanszaker die zijn onderneming in de loop van het kalenderjaar omzet in een BV, en enkele maanden als BV i.o. opereert, kan in één kalenderjaar twee keer de KOR benutten. |
- | een ondernemer of een particulier die BTW op een factuur heeft vermeld die volgens de wettelijke regels niet verschuldigd is, bij ten onrechte gefactureerde BTW. |
De KOR moet per ondernemer worden toegepast. De ondernemer die meerdere eenmanszaken naast elkaar drijft, moet die voor de KOR bij elkaar tellen.
Hoe werkt de KOR
De KOR levert de BTW-ondernemer een vermindering van de af te dragen omzetbelasting op. Die vermindering is aan de orde als de BTW-ondernemer per jaar niet meer dan € 1.883 aan BTW moet afdragen. Die € 1.883 is een saldobedrag: het gaat om de over de omzet verschuldigde omzetbelasting, minus de aftrek van voorbelasting. Ziet de ondernemer aankomen dat hij de limiet van € 1.883 niet haalt, dan is het verstandig om in dat jaar nog wat extra goederen en/of diensten af te nemen om met de extra voorbelasting alsnog op of onder de € 1.883 uit te komen.
Als de af te dragen BTW onder de € 1.883 blijft, zijn er twee te onderscheiden situaties:
A: de af te dragen BTW bedraagt tussen de € 1.346 en € 1.883, en
B: de af te dragen BTW bedraagt € 1.345 of minder.
De af te dragen BTW bedraagt tussen de € 1.346 en € 1.883.
De vermindering wordt berekend door het verschil tussen € 1.883 en de af te dragen BTW zonder KOR-toepassing met 2,5 te vermenigvuldigen. Een voorbeeld ter verduidelijking.
Bennie van Gisteren heeft een jaaromzet ex. BTW van € 150.000, belast met 21% BTW.
De daarover verschuldigde BTW is derhalve € 31.500.
Om die omzet te kunnen realiseren heeft Bennie goederen en diensten ingekocht.
Daarop is hem € 29.900 aan BTW in rekening gebracht.
Zonder toepassing van de KOR moet Bennie € 1.600 aan BTW (€ 31.500 minus € 29.900) afdragen.
Daarmee staat vast dat Bennie recht heeft op de KOR.
De vermindering wordt als volgt berekend:
Verschuldigde BTW over de omzet | € 31.500 | |
Af: voorbelasting | € 29.900 | |
Af te dragen BTW | € 1.600 | |
Vermindering KOR: 2,5 x (€ 1.883 minus € 1.600) = | € 707 | |
Af te dragen BTW na KOR | € 893 |
De af te dragen BTW bedraagt € 1.345 of minder.
Als de ondernemer niet meer dan € 1.345 aan BTW moet afdragen, komt hij in aanmerking voor een volledige vermindering. De vermindering is gelijk aan de af te dragen BTW, tot een maximum van € 1.345. Een voorbeeld ter verduidelijking.
Beau ter Ham heeft een jaaromzet ex. BTW van € 88.000, belast met 21% BTW.
De daarover verschuldigde BTW is derhalve € 18.480.
Om die omzet te kunnen realiseren heeft Beau goederen en diensten ingekocht.
Daarop is hem € 17.200 aan BTW in rekening gebracht.
Zonder toepassing van de KOR moet Bennie € 1.280 aan BTW (€ 18.480 minus € 17.200) afdragen.
Daarmee staat vast dat Beau recht heeft op de KOR.
De vermindering wordt als volgt berekend:
Verschuldigde BTW over de omzet | € 18.480 | |
Af: voorbelasting | € 17.200 | |
Af te dragen BTW | € 1.280 | |
Vermindering KOR: maximaal = | € 1.280 | |
Af te dragen BTW na KOR | € nihil |
Ontheffing administratieve verplichtingen
De BTW-ondernemer die door de vermindering in het geheel geen BTW hoeft af te dragen, en dat ook verwacht voor de komende jaren, kan ontheffing krijgen van de administratieve verplichtingen én de verplichting om facturen uit te reiken. De ondernemer moet daarvoor een verzoek indienen bij de Belastingdienst: de inspecteur beslist daarop bij een voor bezwaar en beroep vatbare beschikking.
Bij ontheffing van de administratieve verplichtingen moet de ondernemer alleen nog de inkoopfacturen (voor de voorbelasting) bewaren. Hij hoeft geen facturen uit te reiken, geen BTW-boekhouding bij te houden, en geen BTW-aangiften in te dienen. Een aantrekkelijke vermindering van administratieve lasten voor kleine ondernemers!
De ondernemer die ontheffing van de administratieve verplichtingen heeft verkregen, is niet verplicht om facturen uit te reiken. Doet hij dat toch, dan mag daarop géén BTW worden vermeld. De afnemer kan dan ook geen BTW in aftrek brengen. Als de ondernemer toch BTW vermeldt op door hem uitgereikte facturen, vervalt de ontheffing van de administratieplicht voor het jaar waarin die factuur met BTW is uitgereikt. De KOR-vermindering wordt niet verleend, en de ondernemer moet voor de rest van dat jaar de administratieve verplichtingen naleven. In het volgende kalenderjaar kan daarvan weer ontheffing worden verleend – zonder dat een nieuw verzoek moet worden ingediend – mits de ondernemer aan de gestelde voorwaarden voldoet.
De ontheffing heeft één nadeel: als de ondernemer meer BTW (voorbelasting) kan aftrekken dan hij over dat jaar verschuldigd is, kan hij dat voor hem voordelig verschil niet terugvragen bij de Belastingdienst.
De ontheffing van de administratieve verplichtingen etc. gaat in per 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin het verzoek is ingediend. Financiën heeft dat bij een recent beleidsbesluit versoepeld en goedgekeurd dat de ontheffing kan ingaan vanaf de dag waarop het verzoek is ingediend. Daarbij gelden wel drie voorwaarden:
- | de ondernemer moet aannemelijk maken dat hij na toepassing van de KOR geen omzetbelasting verschuldigd is over het jaar waarin het verzoek wordt ingediend; |
- | de ondernemer heeft over het jaar waarin het verzoek wordt ingediend geen BTW vermeld op de door hem uitgereikte facturen; |
- | de ondernemer maakt over het jaar waarin het verzoek wordt ingediend geen aanspraak op een BTW-teruggave. |
De KOR: ICL en ICW
Als de in Nederland gevestigde ondernemer goederen verkoopt aan een ondernemer in een ander land binnen de Europese Unie, en die goederen worden van het ene naar het ander EU-land verzonden, is sprake van een intracommunautaire levering (een ICL). De leverancier vermeldt bij een ICL geen BTW op de factuur.
De keerzijde van de ICL is de intracommunautaire verwerving (de ICW) in het EU-land van de afnemer. Die afnemer moet zelf de BTW berekenen en die in zijn eigen BTW-aangifte opvoeren; hij kan diezelfde BTW vervolgens als voorbelasting in aftrek brengen (mits hij recht heeft op vooraftrek).
De Wet op de omzetbelasting kent een specifieke regeling voor ICW’s en de KOR. Bij de berekening van de KOR-vermindering mag de BTW over de ICW’s niet als verschuldigde BTW in aanmerking worden genomen, maar wél als voorbelasting.
Een voorbeeld kan dit verduidelijken.
Sam Bal heeft een omzet van € 120.000, belast met 21% BTW.
Sam heeft goederen in Duitsland gekocht voor € 32.500; die goederen zijn van Duitsland naar Nederland vervoerd. Sam moet deze ICW aangeven in zijn eigen BTW-aangifte.
Om zijn omzet te realiseren heeft Sam goederen en diensten ingekocht.
Daarop is hem € 16.825 aan BTW in rekening gebracht.
De BTW-afdracht wordt als volgt berekend: | ||
Verschuldigde BTW over de omzet (21% van € 120.000) | € 25.200 | |
Verschuldigde BTW over de ICW (21% van € 32.500) | € 6.825 | |
Totaal verschuldigde BTW | € 32.025 | |
Voorbelasting op inkopen | € 16.825 | |
Voorbelasting op ICW | € 6.825 | |
Totale voorbelasting | € 23.650 | |
Af te dragen BTW | € 8.375 | |
Vermindering van de KOR | ||
Verschuldigde BTW | € 25.200 | |
Voorbelasting op inkopen | € 16.825 | |
Voorbelasting op ICW | € 6.825 | |
Totale voorbelasting | € 23.650 | |
Af te dragen BTW | € 1.550 | |
Vermindering KOR 2,5 x (€ 1.883 minus € 1.550) = | € 833 | |
Af te dragen BTW | € 717 | |
Verschuldigde BTW over ICW | € 6.825 | |
Af te dagen na KOR | € 7.542 |
De KOR: klein maar fijn
De KOR kan BTW-ondernemers een jaarlijks BTW-voordeel opleveren van maximaal € 1.345. De KOR is bestemd voor kleine ondernemers. De ondernemer is ‘klein’ als het saldo van de over de omzet verschuldigde BTW minus de voorbelasting niet meer bedraagt dan € 1.883. Die saldobenadering maakt duidelijk dat ook grotere ondernemers – met 6% belaste omzet, en veel 21% voorbelasting – de KOR kunnen benutten. Naast dit financiële voordeel biedt de KOR een forse administratieve lastenverlichting: geen facturen uitreiken, geen BTW-boekhouding voeren en geen BTW-aangiften indienen. De KOR is klein maar fijn.