De toekomst van pensioen in eigen beheer
24 december 2013Staatssecretaris Weekers van Financiën heeft op 6 december jl. de lang verwachte brief naar de Tweede Kamer gezonden over de toekomst van het pensioen in eigen beheer. De staatssecretaris geeft in de brief zijn visie op de oudedagsvoorziening van de ondernemer.
Hij neigt tot de conclusie dat het opbouwen van een pensioenreserve in eigen beheer het beste kan worden gestructureerd door een fiscale oudedagsreserve in de BV te introduceren. Die reserve moet dan wel geheel los komen te staan van het arbeidsrecht en de loonheffing.
De staatssecretaris wil de mogelijke aanpassingen van het pensioen in eigen beheer graag volgend jaar met het parlement bespreken.
Staatssecretaris Weekers geeft in zijn brief allereerst een opsomming van de vele knelpunten van de huidige wettelijke regeling voor het pensioen in eigen beheer. Die knelpunten zijn eerder in BelastingBelangen uitgebreid aan de orde gesteld. Zie ook BelastingBelangen, april 2011: Dividend of afkoop pensioen; BelastingBelangen december 2011: Stoppen met pensioen in eigen beheer, en BelastingBelangen augustus 2010: Pensioen in eigen beheer? Indexatie schrappen.

Door al deze verschillen is de fiscale waarde van de pensioenverplichting fors lager dan de werkelijke waarde van de verplichting. Als het vermogen van de BV ontoereikend is om dat verschil met de commerciële waardering van de pensioenverplichting af te dekken, kan de BV geen dividend uitkeren. Gebeurt dat toch, dan kan de inspecteur concluderen tot een fictieve afkoop van het pensioenkapitaal en dat vergt een belastingheffing van 52% belasting plus 20% revisierente over de commerciële waarde van de pensioenverplichting.
Duidelijk zal zijn dat dit verschil in waardering ook bij echtscheiding tot dramatische gevolgen kan leiden. De verplichting tot verevening van de pensioenrechten kan onbetaalbaar duur uitpakken.
De staatssecretaris onderkent in zijn brief diverse richtingen voor een oplossing.
Niets doen, de knelpunten als een gegeven aanvaarden, is geen optie. Dat geldt ook voor de "theoretische" optie tot het afschaffen van de opbouw van pensioen in eigen beheer.
Uitgangspunt moet blijven dat de ondernemer een fiscale oudedagsvoorziening kan opbouwen waarbij de daarvoor vereiste premies beschikbaar blijven – als werkkapitaal – voor de onderneming. Financiën vindt dit een belangrijk uitgangspunt en heeft daarom drie andere oplossingsrichtingen onderzocht:
• | De fiscale pensioenverplichting wordt op commerciële basis berekend, ofwel fiscaal volgt commercieel. Er mag dan rekening worden gehouden met de rentevoet die verzekeraars thans hanteren, met leeftijdsterugstellingen en toekomstige loon- en prijsstijgingen, maar niet met eventuele kosten- en winstopslagen. Veel DGA's kunnen bij deze uitwerking hun reservering in eigen beheer substantieel verhogen. En dat maakt dat deze optie onaanvaardbare budgettaire consequenties heeft. Financiën raamt de schade van deze variant op € 10 miljard, waarvan € 950 miljoen direct in het eerste jaar. |
• | Een andere optie is om de fiscaal gewaardeerde pensioenverplichtingen aan te houden als basis voor een herrekening van de pensioenaanspraken. De DGA kan zijn pensioen dan eenmalig afstempelen op basis van de huidige fiscale waarde, zonder dat dit consequenties heeft voor de belastingheffing. De DGA krijgt daardoor lagere pensioenuitkeringen. |
• | Nog weer een andere optie is het vervangen van het huidige systeem door de introductie van een geheel nieuwe aanpak: een fiscale pensioenreserve voor de oude dag. Uitgangspunt bij deze optie is dat de pensioengelden beschikbaar moeten blijven ter financiering van de onderneming, én dat de gereserveerde gelden bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd ook daadwerkelijk worden aangewend voor de oude dag. Bij deze opzet is er geen sprake meer van een pensioenaanspraak in de zin van de loonbelasting, zodat op het bedrag van de reserve geen claim van de loonheffing rust. Op de pensioendatum valt de reserve vrij ten gunste van de winst. Deze vrijval kan worden voorkomen door met de gereserveerde middelen een lijfrente aan te kopen. |
Commentaar
Het pensioendossier van de DGA gaat ons ook volgend jaar nog heel wat hoofdbrekens opleveren. Financiën wil graag dat veel DGA’s volgend jaar hun BV dividend laten uitkeren – met 3% korting over een dividend van maximaal € 250.000 per houder van een aanmerkelijk belang – om daarmee versneld ruim 1 miljard belastingopbrengst te incasseren. Zie ook BelastingBelangen, oktober 2013: Belastingplan 2014: AB-tarief in 2014 naar 22%. Die belastingopbrengst lijkt echter slechts haalbaar als de problematiek van het pensioen in eigen beheer nog in de eerste helft van 2014 wordt opgelost. Wij zijn benieuwd......