Vraagtekens

Zumba en streetdance: sportief dansen kost minder BTW

23 juni 2011

Danslessen kosten 19% BTW, sporten valt onder het lage BTW-tarief. Dat verschil in tariefsindeling suggereert dat de fiscus dansen geen sport vindt. Maar dat is niet zo: de fiscale wetgeving is – ook hier – genuanceerd. Als dansen ‘plezier voor twee’ is, valt het onder het hoge BTW-tarief. Wedstrijddansen is wél sporten, dat valt onder het lage BTW-tarief. En streetdance en zumba, zo blijkt uit een recente uitspraak van de belastingrechter in Haarlem.

Alya Vaganova exploiteerde een dansschool. Zij verzorgde lessen in stijldansen, streetdance en zumba. Vaganova kreeg een geschil met de fiscus over de BTW. Zij droeg 6% BTW af over haar omzet, volgens de inspecteur was het hoge BTW-tarief verschuldigd.

562_2011-06-001.jpgVoor rechtbank Haarlem stelde Vaganova dat haar danslessen een vorm van sportbeoefening waren. Al haar leerlingen waren aangesloten bij de Nederlandse Algemene Danssportbond, zij hadden wekelijks les, met als doel om na een bepaalde periode af te dansen en een hogere graad in de danssport te bemachtigen. Volgens Vaganova was dat niet anders dan bij een sport als judo. Haar danslessen moesten aangemerkt worden als ‘het geven van gelegenheid tot sportbeoefening’, en daarvoor geldt het lage BTW-tarief. Ter onderbouwing van haar standpunt deed zij een beroep op een besluit van Financiën (van juni 2010), waarin is goedgekeurd dat wedstrijddansen onder het lage BTW-tarief valt. De inspecteur was daar niet in meegegaan omdat die goedkeuring beperkt is tot wedstrijddansen, voor dansers die meedoen aan landelijke en regionale danswedstrijden, competities, internationale danswedstrijden en danskampioenschappen.

Rechtbank Haarlem besliste dat dansen in beginsel geen sportbeoefening is. Bij sport staat vaardigheid, kracht en inzicht voorop, bij dansen een ritmisch gevoel, expressie, esthetiek en bij stijldansen de harmonie tussen de danspartners. Bij afdansen is – anders dan bij sportwedstrijden – geen sprake van competitie tussen de verschillende dansparen. Danslessen die opleiden voor afdansen kunnen daarom niet gelijkgesteld worden aan sportbeoefening.
Voor wedstrijddansen ligt dat anders. Wedstrijddansen is wat betreft activiteiten en inspanning wel vergelijkbaar met andere vormen van actieve sportbeoefening. Voor danslessen voor wedstrijddansers geldt het lage BTW-tarief; Financiën heeft dat expliciet goedgekeurd. Rechtbank Haarlem rekte die goedkeuring nog wat op. De rechtbank bracht ook de lessen in streetdance en zumba onder het lage BTW-tarief, omdat die dansvormen qua inspanning en vaardigheid zonder meer als actieve sportbeoefening kunnen worden aangemerkt.

Commentaar
Rechtbank Haarlem geeft in deze uitspraak een keurig overzicht van de BTW-spelregels voor dansschoolhouders. De uitspraak maakt duidelijk dat nieuwe vormen van dansen – denk aan breakdancing en krumping – al snel als sport worden aangemerkt.
Terug naar boven

Privacy

Deze website maakt gebruik
van cookies. Meer informatie