Inschrijving op briefadres voldoende voor inkomensafhankelijke combinatiekorting
24 februari 2022Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist in onderstaande zaak dat een inschrijving door een moeder met haar dochter op hetzelfde briefadres voldoende was voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK).

Rechtbank Zeeland-West-Brabant (ECLI:NL:RBZWB:2021:6107) besliste dat in dit geval aan de inschrijvingseis was voldaan in verband met de bijzondere omstandigheden en het doel van de inschrijvingseis, namelijk (1) de moeder had feitelijk de zorg over haar dochter en de dochter behoorde tot haar huishouden, (2) de moeder voldeed daarmee aan de "zorg"-eis voor de IACK, (3) moeder en dochter stonden op hetzelfde adres ingeschreven in de Basisregistratie Personen, zij het niet als woonadres maar als briefadres, (4) de moeder had geen reëel alternatief voor het inwonen en kon zich niet op het adres als woonadres inschrijven, (5) op het adres waarop moeder en dochter waren ingeschreven, woonden zij ook feitelijk en mocht ook gewoond worden, (6) bij een juiste inschrijving in de Basisregistratie Personen, waren moeder en dochter op het woonadres ingeschreven, aangezien naar de maatstaven van de Wet Basisregistratie Personen sprake was van een woonadres voor moeder en dochter, (7) er was geen risico dat een ander de IACK toepaste omdat de dochter niet op een ander (woon)adres was ingeschreven in de Basisregistratie Personen en (8) de moeder werkte in de periode tot 16 juli 2018 al, zodat er in die periode al sprake was van een situatie van combinatie van werk en zorg, waarvoor de IACK was bedoeld. De vrouw had recht op de IACK.